Kagerplassen

De Kagerplassen is een recreatiegebied aan de noordelijke rand van Zuid-Holland.

De Kagerplassen vormen een langgerekt stelsel van ondiepe afgegraven veenplassen dat zich in een ZW-NO richting uitstrekt tussen de Merenwijk in Leiden en de zuidpunt van de Haarlemmermeer. Van zuidwest naar noordoost liggen er de volgende plassen: 't Joppe, de Sprietlaeck of Warckerleede, Zweiland (de grootste plas), het Norremeer, de Eijmerspoel, de Dieperpoel (de meest noordelijke plas), Spijkerboor en Kever (de meest oostelijke grote plas). Ook de vijf kleine plassen ten oosten en zuiden van de hoofdplassen worden nog tot de Kagerplassen gerekend. Het gaat om Sever, de Koppoel, de Kiekpoel of Kleipoel, de veraf gelegen Hanepoel en het Vennemeer.[1] De plassen hebben een gezamenlijke oppervlakte van 249 ha.(excl. 't Joppe). Ze vormen een onderdeel van het boezemstelsel binnen het Hoogheemraadschap van Rijnland en hebben een belangrijke functie bij het bergen en doorvoeren van water. Na de veenontginning zijn de plassen door afkalving en erosie langzaam groter geworden. Ze hebben een gemiddelde diepte van 3,4 m. Er is één diep punt van 12 à 13 m in het Zweiland.

De plas 't Joppe (93 ha.) is van een geheel ander karakter; zij ontstond midden jaren '70 door de afgraving van het middelste deel van de Zwanburgerpolder voor zandwinning; de restanten van deze polder werden tot vier eilanden: de grootste daarvan heet nog steeds de Zwanburgerpolder (100 ha); de andere drie eilanden kregen de namen Koudenhoorn, De Strengen en Tengnagel.[2] Er vindt nog steeds zandwinning plaats in 't Joppe en deze plas is dan ook veel dieper: gemiddeld 13 m met een maximale diepte van 39 à 42 m. De oevers van 't Joppe zijn zeer steil.[3] Daardoor is er ook een groot ecologisch verschil tussen 't Joppe en de andere plassen. Het watervolume van 't Joppe is even groot als dat van alle andere plassen tezamen (beiden ongeveer 12 miljoen m3). Vanwege al deze omstandigheden wordt 't Joppe niet altijd tot de Kagerplassen gerekend.

De Kagerplassen zijn via de rivier de Zijl verbonden met de Oude Rijn in Leiden.

De minstens 10 eilanden in de Kagerplassen geven de plassen een zeer lange oeverlijn in verhouding tot het beperkte wateroppervlakte. Van Zuidwest naar noordoost liggen er vijf relatief grote eilanden in de plassen. Dit zijn achtereenvolgens Koudenhoorn, de Zwanburgerpolder (soms Zwanenburgerpolder genoemd), de Lakerpolder, de Tuinder- of Kogjespolder en Kagereiland. Het niveau van deze poldereilanden ligt lager dan het waterpeil in de omringende plassen. In het zuiden liggen voorts nog de twee kleinere eilanden De Strengen en het Boterhuiseiland. In het noorden, ten westen van het Kagereiland liggen Vogelskamp en Faljeril. In het oosten tenslotte, tussen Kever en Sever, ligt het eiland Oude Kooi.

Tenminste twee eilanden zijn permanent bewoond: het Kagereiland en de Zwanburgerpolder. Op Kagereiland ligt het dorp Kaag; op de Zwanburgerpolder de kaasboerderij "De Eenzaamheid". De boerderij op de Kogjespolder was in elk geval t/m januari 1997 permanent bewoond.[4] Op het kleine eiland Faljeril (ook wel Fayerel of Faljerel) bevinden zich enkele recreatiewoningen. Tijdens het beleg van Leiden (1573-74) zijn hier Spaanse verdedigingswerken gebouwd en in de 18e eeuw was er een scheepswerf. Op 29 oktober 1935 werd het gehele eiland geveild; het bracht 2785 gulden op.[5] De Lakerpolder en de Kogjespolder worden beheerd door Staatsbosbeheer. Op beide eilanden staat een molen; de Laakmolen resp. molen 'De Kok'. Beide molens zijn Rijksmonumenten. Ook op Faljeril, de Zwanburgerpolder en het Kagereiland staat een molen. Het eiland Vogelskamp (of: Vogelscamp) ligt vlak tegen het dorp Kaag. Het eiland werd ook wel Lombok genoemd. Het is zeer klein (2450 m2) en heeft momenteel een woonbestemming.[6][7]

Koudenhoorn ligt aan 't Joppe in Warmond in het uiterste zuidwesten van de plassen en was een deel van de Zwanburgerpolder totdat 't Joppe werd gegraven. De (voormalige) gemeente Warmond wilde Koudenhoorn bestemmen voor woningbouw, maar een Koninklijk Besluit in 1972 hield dit tegen. Het kreeg toen een recreatie-bestemming. Koudenhoorn beschikt over passantenhavens, een strandje en een kiosk en is via een voetgangersbrug over de Leede verbonden met Warmond. Het eiland De Strengen en zijn lange noordelijke uitloper Tengnagel zijn een natuurgebied en vormen een deel van het provinciale recreatiegebied Kagerzoom.[8] Tengnagel is verbonden met De Strengen en De Strengen is op zijn beurt met een fietsbrug verbonden met het vasteland. Er is een zwemgelegenheid/recreatiestrandje. Op het Boterhuiseiland, in het zuidwesten van de plassen, bevindt zich het Zeeverkennerscentrum Kagerplassen dat sinds 1964 in beheer is bij de Stichting Zeeverkennerscentrum Kagerplassen. In het vaarseizoen is het centrum de basis voor een twintigtal waterwerkonderdelen van groepen uit de wijde omgeving. Het terrein is ook beschikbaar voor het houden van (zomer-)kampen van andere waterwerkonderdelen van Scouting Nederland. Net als Koudenhoorn, De Strengen en Tengnagel was het Boterhuiseiland vroeger een deel van de Zwanburgerpolder. Het ontstond evenwel niet bij de afgraving van 't Joppe maar ca. 40 jaar eerder, toen bij de kanalisering van het riviertje de Zijl een bocht werd afgesneden.[9][10]

De waterkwaliteit van de Kagerplassen is laag. Omdat de plassen deel uitmaken van het boezemstelsel en er een constante doorstroming is heeft het water een korte verblijftijd. Daardoor is de gemiddelde chlorofylconcentratie, ondanks de constante aanvoer van nutriënten vanuit de boezem en het omliggen veengebied, niet al te hoog. Desondanks zijn er periodiek voor blauwalgen toch flinke groeipieken gemeten, die op kleine schaal tot drijflagen kunnen leiden. In periode 2000-2005 werd voldaan aan zwemwaternorm, maar in 2003 werd een negatief zwemadvies afgegeven vanwege gezondheidsklachten en verslechterde waterkwaliteit. De waterplanten scoren eveneens slecht. Slechts 20% van de oevers is bedekt met oeverplanten; als bescherming tegen golfslag door scheepvaart zijn veel overs nl. hard gemaakt met beschoeiing of door stortsteen. Ook is slechts 4% van het wateroppervlak bedekt met drijfbladplanten; ondergedoken waterplanten ontbreken geheel in het systeem. Het water lijkt voor deze soortgroepen te troebel door de opwerveling van slib (o.a. door brasems, wind en scheepvaart) en door de aanwezige algen. Ook de zachte bodem bemoeilijkt de vestiging van waterplanten.

Op jaarbasis komt er 11.000 ton chloride in de Kagerplassen, plus 500 ton stikstof en 64 ton fosfaat. Er werden tussen 2000-2005 20 bestrijdingsmiddelen in het water gevonden; 2 daarvan overschreden veelvoudig de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risico): Dichloorvos en Heptachloor. Ook fosfaat, stikstof, koper en nikkel zijn probleemstoffen en overschrijden de MTR-norm volgens een rapport van het Hoogheemraadschap Rijnland uit 2007.[11] Het koper en nikkel is vnl. afkomstig van de zgn. antifouling-verf die gebruikt wordt in de scheepvaart. Het overgrote deel van de stikstof, fosfaat en chloride wordt aangevoerd via het boezemwater, zgn. 'gebiedsvreemd water'. De grote rol van gebiedsvreemd water in de plassen bemoeilijkt de verbetering van de waterkwaliteit aanzienlijk. Niettemin is de laatste jaren begonnen met de aanleg van onderwatertaluds (met name aan de luwe zijden van de plassen) en het zoveel mogelijk natuurvriendelijk inrichten van de oevers. De aanleg van natuurvriendelijke oevers door het creëren van een geleidelijke overgang tussen water en land vergroot de mogelijkheden voor de ontwikkeling van water- en oeverplanten. Hierdoor ontstaan er ook meer leefmogelijkheden voor macrofauna en vissen. Doordat de waterplanten ook nutriënten vastleggen wordt ook de concentratie voedingsstoffen in het water lager wat de overmatige groei van algen en kroos beperkt. Daarnaast remmen waterplanten ook de opwerveling van zwevend stof van de bodem en bevorderen ze het uitzakken van dit stof naar de bodem. Het water in de oeverzones wordt hierdoor helderder. Dit is vervolgens weer gunstig voor de groei van waterplanten, maar indirect ook voor de macrofauna en vissen. Ook zouden delen van de plassen gecompartimenteerd kunnen worden om meer gebiedseigen water te krijgen. Zo'n maatregel noemt men hydrologisch isoleren. Daardoor krijgen natuurlijke afbraak- en verliesprocessen zoals mineralisatie en sedimentatie meer kans om de nutriëntenconcentraties te verlagen en het water helderder te maken.[11]

De problemen in 't Joppe zijn sterk vergelijkbaar met die in de overige plassen. Ook 't Joppe maakt immers deel uit van het boezemsysteem en bijna al het water is 'gebiedsvreemd'. Door 't Joppe stroomt op jaarbasis 3500 ton chloride, 149 ton stikstof en 41 ton fosfaat. Fosfaat, stikstof en koper overschrijden de maximale norm (2007).[11]

De Kaagsociëteit
De Kagerplassen is het oudste watersportgebied van Nederland. Van hieruit is de watersport in Nederland tot ontwikkeling gekomen. Verschillende evenementen, zoals de Kaagweek, de Turf- en Strontrace en de Schippertjesdagen getuigen van goede tradities. Al in de jaren 1930 kon het er op mooie zomerdagen zeer vol zijn.[12] De Kagerplassen zijn dan ook zeer geschikt voor bijna alle vormen van watersport. In het hoogseizoen worden door de diverse zeilverenigingen regelmatig wedstrijden georganiseerd op de plassen. Ook voor motorvaartuigen bieden de Kagerplassen vele mogelijkheden. Zo zijn de Westeinderplassen het Braassemermeer van hieruit eenvoudig te bereiken. De Kagerplassen zijn de thuisbasis voor vele zeilscholen en watersportverenigingen. In 1910 is de Koninklijke watersportvereniging De Kaag opgericht, met (toen) 59 leden, allen zeilers. In 2011 waren er ongeveer 1900 leden, ook motorbootvaarders en sloeproeiers. De vereniging organiseert zeilwedstrijden; de bekendste daarvan is de zgn. Kaagweek; het op één na grootste zeilevenement in Nederland, na de Sneekweek. De Kaagweek heeft vanaf 1918 elk jaar plaatsgevonden, m.u.v. de jaren 1943, '44 en '45.
De vereniging heeft drie jachthavens met ongeveer 600 ligplaatsen. Er zijn ook boten te huur. Het verenigingsgebouw heet de Kaagsociëteit en ligt aan de zuidpunt van het Zweiland.[13] De sociëteit is niet per auto bereikbaar; het laatste stukje moet met een voetgangerspontje worden afgelegd. De oudste zeilschool is 't Vossenhol, opgericht in 1947 en gelegen in Warmond aan de Dieperpoel. In 1952 werd op het Kagereiland zeilschool De Kaag opgericht. Naar schatting zijn er rond de Kagerplassen ongeveer 4100 ligplaatsen in jachthavens, waarvan ongeveer 1800 in de gemeente Teylingen. Op de Kagerplassen geldt, zoals op de meeste plassen, een snelvaarverbod. Dit betekent dat er op de plas niet sneller gevaren mag worden dan 12 km/u en op sommige plaatsen maar 6 km/u. De Dieperpoel en het Norremeer zijn evenwel door de gemeente Teylingen aangewezen als snelvaargebied waar men, mits in het bezit van een ontheffing, mag snelvaren en waterskiën c.q. boarden. Voor particulieren zijn 200 ontheffingen beschikbaar. Men moet daarvoor lid zijn van de Ski- en Watersportvereniging Kagerplas.

Bijna 70% van de vis in de Kagerplassen (in termen van gewicht) bestaat uit Brasem, Abramis brama.
In de Kagerplassen zit ca. 214 kg vis/ha hetgeen een normale waarde is voor een Nederlands meer. Brasem is de meest dominante soort met een gewichtsaandeel van 69%, verder zijn ook snoekbaars (10%) en karper (6%) goed vertegenwoordigd. In aantallen worden voornamelijk pos (54%), brasem (30%) en baars (9%) aangetroffen.[15] In de diepe plas 't Joppe zijn de ecologische omstandigheden anders. Door de zeer steile oevers zijn er nauwelijks oeverplanten of andere (ondergedoken) waterplanten en zit er minder vis: ca.98 kg/ha. Ook hier is Brasem de dominante soort. Er zit ook veel paling (10 gewichts%).

Category:
Sports/recreation/activities